Er is een gelijkspanningsvoeding nodig om het analoge systeem te laten werken. Het werkbereik is 9 tot 16 volt gelijkspanning. Als de DC-spanning buiten het werkingsbereik valt, kan dit leiden tot een onregelmatige werking.
Gebruik een DC voltmeter om de inkomende DC spanning te controleren tussen de rode positieve (+) en de zwarte negatieve (-) op de aansluitingen van de analoge bedieningskast. Als er geen DC-spanning wordt gevonden, controleer dan de stroomonderbreker of de zekeringen.
Controleer de DC uitgangsspanning van de analoge regelkast met de thermostaatdraden losgekoppeld. Dit kan gedaan worden op de hieronder vermelde draden van de analoge regelkast.