Werking bij lage buitentemperaturen veroorzaakt lage spoeltemperaturen. Dit kan onder bepaalde omstandigheden leiden tot ijsvorming op de batterij.
Dit wordt aangegeven door een verminderde warmteafgifte en kan in extreme omstandigheden de ventilatorrotatie volledig stoppen. Om dit te voorkomen, schakelt het systeem de compressor uit als de buitentemperatuur onder 42° F zakt en wordt er weer verwarmd als de temperatuur 5° F stijgt.