Alle instellingen van het apparaat (bijv. temperatuurinstellingen, timerprogrammering) worden via de afstandsbediening doorgegeven aan de dakairconditioning.
De volgende bedienings- en weergave-elementen zijn beschikbaar op de afstandsbediening Fig. 3.
Knop
Weergave
Geeft het volgende weer:
Geselecteerde kamertemperatuur (richtwaarde) in °C of °F
airconditioningmodus
Ventilatorniveau
Symbolen voor actieve extra functies
Knop & uitleg
Schakelt de dakairconditioning in of op stand-by.
+buton: Verhoogt de momenteel weergegeven waarde
-knop: Verlaagt de momenteel weergegeven waarde.
Hiermee past u de ventilatorsnelheid aan tussen Laag, Gemiddeld, Hoog, Turbo of Auto (weergegeven als 1, 2, 3, 4 of AA op het display van de luchtverdelingskast gedurende korte tijd wanneer deze wordt gewijzigd).
Schakelt de sfeerverlichting in de luchtuitlaat in of uit.
Selecteert de airconditioningmodus
Selecteert de turbomodus.
Stelt de ventilatorsnelheid in op Turbo om de binnenkant van het voertuig snel te koelen of te verwarmen. Als de knop opnieuw wordt ingedrukt, keert de ventilator terug naar de vorige instelling.
Activeert de slaapfunctie.
Stelt de timer en de klok in.
Schakelt tussen temperatuureenheden Celsius (°C) en Fahrenheit (°F).